Mag je van jezelf iets niet weten?
Vind je het leuk om iets niet te weten?
En wat doe je dan?
Google je, lees je, vraag je, ga je op onderzoek?
Kom je er voor uit en zeg je ‘Ik weet het niet?’
Of verberg je het?
Zie je het als kans om te leren?
Of als tekortkoming?
Je moet het wel weten. Toch?
In dit blog neem ik je graag mee in hoe ik omga met het geven van trainingen/workshops vanuit niet weten en hoe zich dat heeft ontwikkeld in de afgelopen 20 jaar.
Maar voor ‘geven van trainingen/workshops’ kun je invullen wat je wil. Je werk. Informatie of kennis in een gesprek over een bepaald onderwerp. Spreken voor een groep. Antwoord op vragen van je kinderen. Vragen over hoe je je voelt of hoe het met je gaat. You name it.
Goed, trainingen en workshops.
Er zijn mensen die hun trainingen tot in de puntjes voorbereiden. Ze weten exact wat ze in een workshop, les of training gaan doen, in welke volgorde, hoe lang oefeningen duren, hoeveel ruimte er is voor vragen en feedback. Kortom, een goede didactische aanpak zou je zeggen
Kadering en afbakening, in tijd, in lesstof.
Afwisseling in werkvormen.
Beheersing van de tijd.
Sturing in de richting van de te bereiken doelen.
Goed gebruik maken van de tijd.
Toen ik net begon met lesgeven was ik ook uitstekend voorbereid. Niet alleen schreef ik mijn lessen helemaal uit. Maar ook deelde ik alles netjes in in didactische templates die me hielpen de structuur van de les voor ogen te houden.
Ik kan echt zeggen dat dat een prima oefening was in het creëren van dynamische en inspirerende lessen en trainingen.
Hoeveel lege ruimte mag er zijn?
Maar, in een les liep het altijd anders. Iemand stelde een vraag waardoor ik een uitgebreid antwoord gaf en in de knel kwam met mijn volgende werkvorm. Of iemand werd emotioneel waardoor ineens een hele groep geraakt was en de stemming vroeg om totaal iets anders dan ik had voorbereid.
Of iets praktisch stuurde de planning in de war, zoals een muziekapparaat dat niet werkte, een verwarming die niet aanging of mensen die het gebouw of het lokaal niet konden vinden.
Het einde van het liedje: ik ontdekte dat ik meestal slechts een deel van mijn aanbod deelde.
In de eerste jaren van mijn docentschap probeerde ik de stof toch nog in te brengen, alsof ik een trein wilde halen. Het voelde altijd hijgerig omdat ik werkte vanuit mijn wil en een idee over hoe de training moest gaan. Echt tevreden was ik dan nooit. Behalve dat het me gelukt was om de les af te werken
Over Planning, Leren en Laten gebeuren
Hoewel ik voorstander ben van voorbereiding kwam de vraag op: waarom bereid ik eigenlijk voor? Uit angst voor falen? Als houvast voor mezelf? Als noodzaak voor een lesplan? Is er ook zoiets als teveel voorbereiden?
Hoe zou het zijn om totaal onvoorbereid een workshop in te stappen? Moet ik me dan anders voorbereiden?
En de hamvraag: wat wil ik mensen eigenlijk leren? Wil ik mensen iets leren, onderwijzen, kennis overdragen?
Mijn antwoord is: nee. Dat wil ik niet. Ik ontdekte gaandeweg dat ik eerder een facilitator wil zijn dan een docent. Een gids, een space holder voor transformatie en bewustzijnsontwikkeling.
En het wonderlijke daarvan is, is dat transformatie vanzelf gebeurt. Daar hoef ik niet iets voor te ‘doen’. Eerder te laten.
De lege Ruimte als leraar
Ergens in mijn werkende leven ben ik dus gestopt met minutieus voorbereiden en vastleggen. Voorbereiding doe ik zeker nog wel, maar in grote lijnen. Want de daadwerkelijke training ontstaat in het moment. In de ontmoeting met de ander. Met andere woorden, ik improviseer.
Daar is een mindset voor nodig die niet voor iedereen vanzelfsprekend is. Lang heb ik gedacht dat ik faalde omdat ik me niet kon houden aan mijn eigen voorbereiding en plan. Tot ik me realiseerde dat ik iets anders deed.
Ik vertrouw namelijk op de lege ruimte. Op de ontmoeting. Mijn respons. Op de afwezigheid van iets. Op de afwezigheid van de inbreng van mijn wil of denken. Juist als ik het niet weet komt er een idee, impuls of intuïtie tot me.
Niet Weten
Als improvisator heb ik leren genieten van niets. Mijn angst voor de afwezigheid van iets is met 90% afgenomen. Sterker nog, ik vind het heerlijk als ik mensen kan meenemen in en vanuit het Niets.
Die 10%, daar zit nog een dingetje. Wat dat is, daar ben ik nieuwsgierig naar. Misschien gaat dat over overgave. Aan het Grote Niet Weten. Het grote Niets.
Maar, anyway, laat ik het nu hebben over mijn genieten. Van de frisheid en oorspronkelijkheid die wakker worden als ik aanwezig kan zijn in de ruimte van het Niets. Dat is een waar genoegen.
Er is namelijk iets anders voor in de plaats gekomen: Een diepgeworteld vertrouwen in de eigen waarheid, wijsheid en oorspronkelijkheid van de ander. Misschien valt er wel niets te leren. Maar mogen we eerder iets afleggen. Ont-wikkelen.
Weten en Niet Weten: een persoonlijke balans
Globaal heb ik dus een beeld, een idee, maar grotendeels kan ik veel niet weten en hoef ik dat ook niet te weten. Is dat moeilijk? Het is persoonlijk.
Als ik als docent voor een groep sta zijn er dingen die ik weet
- het aantal deelnemers dat komt
- de randvoorwaarden, de tijd dat de training duurt, de locatie
- het thema en de grote lijnen van de inhoud
Er zijn ook dingen die ik niet weet
- hoe deelnemers zullen reageren op wat ik aanbied
- hoe lang iets exact duurt
- wat ik zal voelen, denken, zien en beleven
Omgaan met Niet Weten
Het eerste is jezelf toestaan dat je iets niet hoeft te weten.
Wat je dan in wezen doet is je hoofd buigen voor iets anders dan het denken.
Je hoofd buigen is een daad van overgave.
Want wie weet nu eigenlijk iets?
Wat betekent het om iets te weten?
Het is juist in die onzekerheid dat de levendigheid en de sjeu van de training ontstaat. Dat de verrassing kan gebeuren.
Het is ook precies die onzekerheid die het zo ontzettend eng maakt om het niet te weten. Want waar is de houvast? Wat kan ik vastgrijpen als het ‘mis’ gaat? En vul maar zelf in in welke situatie dat is voor jou.
De Uitnodiging van niet weten
Als ik iemand hoor zeggen ‘ik weet het niet‘ smelt mijn hart.
Het is OK denk ik dan.
Het is OK, zeg ik soms.
Als ik zelf zeg ‘ik weet het niet’ voel ik me kwetsbaar.
Het is OK denk ik.
‘Oh wat interessant’ fluister ik zachtjes in mezelf.
Zowel verheugd als verlegen.
Als ik zeg ‘Ik weet het niet’ opent zich een ruimte van binnen.
Zoals er een ademruimte bestaat tussen in- en uitademing.
Zoals er een ‘witje’ is als een voorstelling niet helemaal doorloopt.
Zoals er stilte is in muziek.
Zoals er ruimte is tussen de gedachten.
Alsof er alleen maar nu is.
Maar alleen als ik in vertrouwen BEN.
Alleen dan verschijnt er een krans van lichtheid om het niet weten.
Want is niet weten niets anders dan een startpunt van een avontuur?
Een reis in de richting van het Onbekende?
Niet weten is leven met vragen. Een open vizier voor nieuwe mogelijkheden.
Dat wat je niet weet besnuffelen, onderzoeken, bekijken vanuit 20 verschillende kanten.
En ook als je vastlegt of inkadert, doe het tijdelijk.
Zodat je wat je denkt te weten weer opnieuw kunt bezien als de tijd daar is.
Niet weten is het denken dat zwijgt.
Om de fluistering van het hart te kunnen horen.
Zullen we samen niet weten?
Heb je vragen lief
Heb geduld met alles wat onopgelost is in je hart
en probeer je vragen met liefde te bezien,
als kamers die gesloten zijn.
Of als boeken in een volslagen vreemde taal.
Zoek nog niet naar antwoorden.
Die kunnen je nog niet gegeven worden,
omdat je niet in staat zou zijn ze te leven.
~ Rilke